Hij verdiende goed geld, maar raakte dakloos. Nu woont hij al maanden in totale afzondering in een tentje langs de Lek bij Vianen. Daar vertelt ‘Remon de strandjutter’ zijn levensverhaal aan iedereen die het wil horen. ,,Ik werd de rotte appel in mijn eigen gezin.’’ Hoe heeft het zover kunnen komen?
Maarten Venderbosch Laatste update: 15:15 Remon Baams heeft een drukke nacht achter de rug, geslapen heeft hij nauwelijks. Met gejut zeil, hekwerk en bij elkaar gesprokkeld hout heeft hij zijn tentje aan de Lek voorzien van een provisorische uitbouw. Aan zand heeft hij een hartgrondige hekel, zandkorrels kruipen óveral in. Maar hij heeft zich toch diep ingegraven. Moet ook wel, want de winter komt eraan. Wie weet hoelang hij hier nog zal zitten? Voor zijn tent, op het strandje aan de Lek bij Vianen, liggen koeien te suffen. Het zijn er 26, Remon weet ze stuk voor stuk van elkaar te onderscheiden. Hij kan de grootste loeier in de kudde zó aanwijzen, maar al te vaak was hij er zélf zo eentje. ,,Intussen zijn de beesten ook wel aan mij gewend.’’
‘Kamer waar mijn kinderen kunnen slapen is grootste wens’
Aan de andere oever van de Lek ligt Vreeswijk, zijn opa was er binnenvaartschipper. Het was in datzelfde Vreeswijk dat Remon besloot voor zichzelf te beginnen, waarna het pas goed misging in zijn leven. Want hij kon wel hard werken, keihard zelfs, maar hij wist totaal niet om te gaan met de centen die hij verdiende. In Zuilenstein, een paar wijken verder dan Vreeswijk, had hij zijn gezin, 22 jaar lang. Vrouw en twee kinderen, een jongen en een meisje. De jongen is 17, het meisje is 11.
Onder het strakgetrokken zeil ligt een luchtbed met daarop zijn slaapzak. Hij heeft één pitje om water op te koken voor de koffie. Verder heeft hij een mobieltje, een muziekbox en zijn gitaar. Bij een kampvuurtje voor zijn tent heeft Remon er deze zomer vaak op gespeeld. Misschien niet heel goed, ‘een houthakker op een ukelele’, maar wel met al zijn gevoel in de muziek gelegd.
Ik heb echt alles gedaan wat je kunt doen om je eigen lichaam kapot te maken
Remon
Jongelui brengen hem soms lege blikjes. Die kan hij dan naar de supermarkt brengen. Mensen die langs de Lek wandelen of hier de hond uitlaten, kennen Remon ook. Hij staat altijd open voor een praatje. Natuurlijk stelt iedereen hem die ene vraag: hoezo woont hij in een tentje aan de Lek tussen de koeien? Aan wie het maar wil horen, vertelt Remon Baams dan zijn levensverhaal.
Gebruiken, steeds meer en steeds vaker
Zijn eerste blowtje nam hij op zijn 13de, zijn eerste snuifje toen hij 16 was. Om te experimenteren, zoals een verslaving zo vaak begint. Remon werkte als installatiemonteur in Utrecht. Hij kwam overal, hij kent de Utrechters door en door. Achter hun voordeuren heeft hij heel wat gezien.
Hij maakte lange dagen voor de baas en kluste daarnaast voor zichzelf. En ondertussen: gebruiken. Steeds meer, steeds vaker. Op het laatst, toen hij er voor zijn gezin allang niet meer was, had hij 350 euro per dag nodig voor wiet, drank, sigaretten en coke. ,,Ik heb echt alles gedaan wat je kunt doen om je eigen lichaam kapot te maken.’’
Zoals gezegd: écht fout ging het toen hij besloot zzp’er te worden. Want hij kon wel flink geld verdienen, maar hij kon niet met geld omgaan. Alles ging op aan zijn verslaving. Eigen baas geworden, maar zichzelf niet in de hand hebben. Hij sliep uiteindelijk niet meer, kreeg psychoses.
Ik kan wel naar de Sleep Inn gaan, maar dan lig ik tussen andere gebruikers en glij ik zó weer af. Te veel prikkels
Remon Baams
,,Alles was stress, ook voor mijn ex en de kinderen. Dat zie ik nu wel in. Ik kreeg zelfs een psychose naast mijn zoontje op de bank. Ik dacht dat er overal beestjes onder mijn kleren kropen. Die moést ik vangen. Mijn zoontje wilde op school een spreekbeurt houden over zijn vader die verslaafd was. Nou, daarmee werd wel duidelijk dat het zo niet langer kon.’’
Te veel prikkels
Hij was een rotte appel geworden in zijn gezin, vertelt Remon. Hij moest afkicken en proberen, met hulp van de Tussenvoorziening in Utrecht, zijn leven weer op de rails te krijgen. Maar het ging niet goed. Overal waar hij zocht naar de draad om zijn leven weer op te pakken, daar trof hij ook weer anderen zoals hijzelf.
,,Ik kan wel naar de Sleep Inn gaan, maar dan lig ik tussen andere gebruikers en glij ik zó weer af. Te veel prikkels. Te veel verleiding die ik niet kan weerstaan. Ik wil dat niet meer. Ik ben voor mezelf en ook voor anderen beter af als ik daar heel ver vandaan blijf.’’
Hij sliep bij vrienden en woonde een tijdje in huis bij een kennis in – ook weer – Vreeswijk. Maar ook dat ging niet meer. Dit voorjaar zette hij voor het eerst dan maar zijn tentje op langs de Lek. Het was toen nog koud. Hij stond ook te dicht op de Lek. Die kent eb en vloed. ,,Als ik ‘s nachts mijn hoofd uit de tent stak, leek het soms alsof ik op volle zee dobberde.’’
De koeien waren toen ook nog niet aan hem gewend. Ze hebben de tent een keertje onder hun hoeven platgelopen. Remon: ,,Iemand uit Vianen, die zwerfafval langs de Lek opruimt, heeft me toen dit plekje aangewezen. Dit strandje blijft zomer en winter droog.’’
‘Praten met God’
Hij heeft hier op zijn rug, op het luchtbed, naar de wolkenloze sterrenhemel liggen staren, en daarbij is hem iets wonderlijks overkomen: hij praat weer met God. Dat had hij sinds 1997 niet meer gedaan, sinds het ongeluk. Hij had die avond zijn auto netjes bij de tramhalte in Nieuwegein gezet. Maar toen ze terugkwamen uit Utrecht zijn ze er tóch mee naar huis gereden.
Het was misschien een kilometer, meer niet. Maar ze vlogen uit de bocht en zijn auto sloeg een paar keer ‘frontaal over de kop’. Zijn buurjongen kwam er niet levend uit. Ook toen al zat Remon aan de pillen. Het was er die keer één te veel.
Het laat zich niet terugdraaien. Wat er is gebeurd, toen, spookt nog elke dag door zijn hoofd. Maar die heldere nacht, in zijn tentje aan de Lek, kreeg Remon plotseling een diepe ingeving: God wil hem toch weer zien. Een onbeschrijflijk mooi gevoel. Wie weet zelfs het begin van een kentering in zijn leven.
Ik wil mijn kinderen laten zien dat ik er alles voor over heb om een betere papa voor ze te zijn
Afgelopen zomer kwamen asielzoekers uit Motel Vianen ‘Remon de strandjutter’ fruit brengen, omdat ze met hem te doen hadden. ,,Nou, dan heb je de bodem wel bereikt.”
Hij blowt nog steeds en gebruikt af en toe speed, dat wel. Maar alleen hier, kilometers weg van de junkie-scene in Utrecht, kan het beter met hem gaan. ,,Ik wil mijn kinderen laten zien dat ik er alles voor over heb om een betere papa voor ze te zijn.’’
Op 27 december ziet hij Abraham. Remon is twintig minuten na Kerstmis geboren, hij was nét geen kerstkindje. ,,Straks worden overal in Vreeswijk de kerstbomen weer opgetuigd. Die lampjes wil ik niet hier, niet vanuit mijn tent zien branden. Dat mag niet gebeuren. In plaats daarvan heb ik één doel: kerst vieren in mijn eigen huisje, samen met mijn kinderen. Daarvoor heb ik huis en haard verlaten, in de hoop dat iemand mij komt helpen. In de hoop dat ik door iemand word gezien.’’
Mag dat eigenlijk, zomaar je tent opzetten langs de Lek en daar vervolgens maanden achtereen bivakkeren omdat je elders geen dak meer boven je hoofd hebt?
Remon Baams kreeg deze week bezoek van twee agenten. Bij hem was er meteen de vrees dat hij weg moest. Maar dat was niet het geval, ze kwamen om te vragen hoe ze hem konden helpen.
,,De politie ziet geen aanleiding om te handhaven’’, laat een woordvoerder weten. Het is aan de eigenaar van de grond waarop het tentje staat om maatregelen te nemen, als dat gewenst is. Wie die eigenaar is, Rijkswaterstaat of een agrariër in het gebied, is volgens de politie niet helemaal duidelijk.
De agenten zochten Remon op na een melding van een wandelaar. Nadien is ook de gemeente Vijfheerenlanden op de hoogte gesteld. Ook daar ziet men geen reden op te treden: ,,Meneer heeft in Utrecht een hulpverlener en daar staat hij ook in geschreven. Zij willen hem graag helpen. Het is dus handig als hij zich daar meldt.’’
Dakloosheid is een sterk groeiend maatschappelijk probleem, zeker in de grote steden. Volgens cijfers van het CBS zijn er ruim 30.000 daklozen in Nederland. Eén op de drie staat ingeschreven bij een van de vier grote steden. Een aanzienlijk deel daarvan zijn buitenslapers.
Remon Baams klopte twee jaar geleden aan bij Springplank 030, een organisatie in Utrecht die mensen zonder werk en woning wil helpen aan betaald werk en woonruimte. Het traject duurt hier achttien maanden, niet iedereen houdt het zo lang vol. Maar ook als iemand al meerdere zorgtrajecten heeft doorlopen, zijn er nog verschillende mogelijkheden om hulp te krijgen. Maar de eerste stap, in de meeste gevallen, moet iemand zélf zetten.