1423 overlastmeldingen registreerde de politie in Eindhoven in de eerste negen maanden van dit jaar. In dezelfde periode in 2019 waren dat er nog 698. Vorig jaar was de overlast overigens nog extremer: toen kwamen er in de eerste negen maanden meer dan 1800 meldingen binnen.

Voor Thijs Eradus van Springplank 040, dat de opvang in Eindhoven regelt, komen de cijfers niet als een verrassing. Hij ziet al maanden een enorme toename van het aantal daklozen dat zich meldt, maar de overlast komt volgens hem vooral van de groep die op straat verblijft. ,,Oost-Europeanen die geen recht hebben op opvang en uitgeprocedeerde asielzoekers, bijvoorbeeld.”

Dat zijn twee groepen die volgens Eradus flink zijn gegroeid. ,,Het zijn daklozen waarbij er bovendien vaak sprake is van verslavingsproblematiek. Het is een groep waarmee je moeilijk contact maakt en die vaak ook niet open staat voor hulp of een terugkeer naar het land van herkomst.”

Dat de overlast in Eindhoven groter is dan in bijvoorbeeld Breda en Tilburg heeft volgens Eradus te maken met het soepele beleid dat hier tot mei gevoerd werd. ,,Destijds werden ook deze groepen toegelaten tot de inloopvoorziening. Ze kregen geen bed, maar mochten wel douchen en iets eten. Dit menselijke beleid heeft gezorgd voor een aanzuigende werking. Mijn verwachting is dat een deel van de groep nu weer vertrekt naar een andere stad met betere voorzieningen.”

Recent opende Springplank voor rechthebbenden een nieuwe opvang en inloop aan de Fuutlaan nabij het station. De komst hiervan zorgde voor fel verzet door bewoners van het aangrenzende Villapark. In de eerste maanden klaagden zij over een enorme toename van de overlast in de wijk. Ze stapten ook naar de rechter om bezwaar te maken tegen de vergunning voor de opvang. De opvang mocht voorlopig open en de uitspraak in de kwestie is vertraagd.

Kampschreur woont zelf aan de Fuutlaan en vond onlangs nog een dakloze in zijn eigen tuin. ,,Compleet beschonken en hij wilde of kon niet weg. Uiteindelijk is de politie gekomen, maar die hebben de man alleen naar de bosjes aan de overkant van de straat verplaatst. Daar heeft hij nog de hele avond gelegen. Ik heb jonge kinderen en die horen dan een man die de hele tijd ‘auw’ roept.”

Aan de inzet van Springplank ligt het volgens Kampschreur niet. ,,Maar we zien allerlei situaties in de wijk die er voor de komst van de opvang niet waren. Daklozen die hun roes uitslapen, jonge kinderen die worden aangesproken voor geld en schreeuwende mensen op straat.”

Hij hoopt dat de rechter inziet dat de combinatie van een opvang voor daklozen en de inloop niet samengaat bij een woonwijk. ,,In mijn ogen hoeft dat ook niet op één locatie maar het zal ook wel een geldkwestie zijn.”

Volgens Springplank zorgt de opvang in combinatie met de inloop juist wel voor een effectiever beleid. ,,We werken nu samen op één locatie met de gemeente en instanties zoals schuldhulpverlening. De lijntjes zijn korter en dat zorgt ervoor dat we daklozen sneller in een traject hebben richting een zelfstandig bestaan. De drempel voor daklozen om zich hier te melden is lager en ze raken minder snel uit beeld.”

Hoewel het beeld per stad en regio verschillend is, is de overlast landelijk ook bijna verdubbeld. Over de situatie in Helmond zijn geen specifieke cijfers beschikbaar.