Rob Burg rob.burg@ed.nl
Eindhoven 22 mei 2024
De vijftig vluchtelingen, voornamelijk mannen, balanceren tussen hoop en vrees. Het is immers allerminst zeker dat de asielzoekers – uit Syrië, Jemen, Pakistan, Turkije, Somalië, Iran en Irak – een verblijfsvergunning zullen krijgen. En die onzekerheid is er, met het nieuwe, rechtse kabinet in de startblokken, niet kleiner op geworden.
Toch stond de presentatie, georganiseerd door het bedrijf Wasbeer & Pauw, de gemeente en Springplank040, bol van optimisme, vrolijkheid en positivisme. Teruggeblikt werd er niet; enkel vooruitgekeken naar een betere en veiligere toekomst. Iedere vluchteling stelde zich in de filmzaal voor aan het publiek.
Dat bestond onder meer uit omwonenden van de opvang, beleidsmedewerkers van de gemeente, vertegenwoordigers van Brainport voor Elkaar en Springplank040. De vluchtelingen deden dat door hun naam te noemen, land van herkomst, hobby’s en talenten. ,,Ik ben Fahad uit Irak, ben 24 jaar en ik hou van fietsen. Mijn beroep is fietsenmaker!” En Walid: ,,Ik woon in Eindhoven, ben 25 jaar en studeerde Management Information System in Irak. Dat wil ik ook hier gaan doen. Mijn eigenschappen: ik ben positief, actief en sociaal. Bedankt voor het luisteren.”De afgelopen tien weken volgden de bewoners van de crisisnoodopvang workshops en taallessen Nederlands om beter toegerust te zijn voor de arbeidsmarkt, licht Noémie Raaijmakers van Wasbeer & Pauw toe, een bureau dat mensen begeleidt naar werk. ,,De vluchtelingen wachten gemiddeld 18 tot 24 maanden op hun asielaanvraag. Die tijd proberen we zo nuttig mogelijk in te vullen. In blokken van tien weken werken we naar een doel toe. Vandaag is dat een presentatie van jezelf. Wat breng ik mee? Wat zijn mijn talenten en hoe kan ik die inzetten?”
Behalve workshops en taallessen volgen, konden de bewoners van de noodopvang ook vrijwilligerswerk verrichten. Dat deed ook Ayman Fadel uit Syrië, in de catering van de opvang. De 57-jarige vluchteling kwam achttien maanden geleden naar Nederland, omdat hij naar eigen zeggen zijn leven daar niet veilig was. Fadel spreekt opvallend goed Nederlands. ,,Allemaal zelfstudie”, zegt hij trots. ,,Nederlands leren is heel belangrijk.”
In de afgelopen anderhalf jaar verbleef Fadel in vijf verschillende opvangcentra. De noodopvang aan de Eindhovense Noord-Brabantlaan is zijn zesde woonplek. Hier heeft hij het goed naar zijn zin. ,,Eindhoven is een mooie stad. En de mensen zijn erg aardig”, vindt hij. Fadel liet zijn vrouw en twee studerende kinderen achter in Latakia. Begin vorig jaar werd die stad door een aardbeving getroffen. Fadels huis werd compleet verwoest. Vrouw en kinderen zijn nu veilig, zegt de Syriër. ,,Maar door die vieze oorlog blijft het gevaarlijk. Ze blijven zoveel mogelijk binnen.”
Even krijgt hij het te kwaad. Elke dag belt hij met zijn gezin, maar het gemis is groot. ,,Ik heb ze al twee jaar niet gezien.” Fadel hoopt op een verblijfsvergunning, waarna ook zijn vrouw en kinderen naar Nederland kunnen komen. ,,En ik wil werken. Zo snel mogelijk en het liefst vijf dagen in de week. Ik kan goed koken. En schoonmaken wil ik ook wel.”