Rob Burg rob.burg@ed.nl
Al ruim een jaar bivakkeert de dakloze bejaarde in een gedeukte, oude Mercedesbus, de laatste tijd op een groezelige parkeerstrook aan de Kanaaldijk-Noord in Eindhoven. Hele dagen brengt hij door achter het stuur van het busje.
De cabine is volgestouwd met spullen, etenswaar en ‘dingen die nog een keer van pas kunnen komen’. Louis zelf is stevig ingepakt: ,,Een sjaal, een jas, nóg een jas, twee wollen pullovers, twee broeken over elkaar én m’n ondergoed”, somt hij op. ,,Ik moet wel om het een beetje warm te houden.”
Slapen doet hij ook in zijn cabine, gewoon zittend achter het stuur. In de laadruimte van zijn bus is het te koud, zegt hij. ,,En te vochtig. Daar word ik ziek.” En eten? Hij wijst op de zakken brood op het dashboard. ,,Mensen halen dat voor mij in de winkel. Zelf kan ik niet goed lopen, ik heb een rollator. Ik leef op brood en goedkope smeerkaas. Water haal ik in een jerrycan bij mensen hier in de buurt.”
Een douche heeft Louis al lang niet meer gezien. ,,Ik ben drie keer wezen douchen bij Ervaring die Staat, hier verderop. Maar op een gegeven moment kwam ik er niet meer in. ‘Je stinkt’, zeiden ze. Ja, dat snap ik. Daarom kom ik juist douchen.” Sanitair ontbreekt in het busje. ,,Daar heb ik oplossingen voor bedacht die ik niet prijsgeef. Anders krijg ik straks handhaving weer op mijn dak.”
Hoe hij in godsnaam in deze situatie verzeild is geraakt? ,,Dat heeft een lange voorgeschiedenis”, zegt Louis. En hij begint zijn verhaal. Een kwarteeuw geleden brandde zijn huis in Vlaanderen af. ,,Kwam door mijn buurman. Die was alcoholieker. Ik kwam op een zaterdagmiddag thuis en zag dat mijn huis er niet meer stond. De buurman draaide voor drie maanden de cel in en nam daarna de benen. Hij verdween spoorloos. Ik zit nog steeds te wachten op geld van zijn verzekering.”
Vrienden van Louis boden hem een stacaravan aan, in de Ardennen. Daar woonde hij acht jaar lang. ,,Samen met zo’n vijftig anderen.” Tot hij op last van de gemeente moest opkrassen. ,,Een natuurgroepering vond dat er op die plek niet gekampeerd mocht worden en spande een proces aan. En dat wonnen ze.”
Opnieuw belandde Louis in een caravan, ditmaal een kleinere, in de buurt van Malmédy. Daar verbleef hij een jaar of drie. Totdat de gemeente erachter kwam dat er geen woonbestemming rustte op het stukje privégrond. ,,En weer raakte ik op de sukkel.”
Anderhalf jaar terug zocht hij zijn heil in Eindhoven. ,,Ik heb toen eerst een maand lang in een bushokje gewoond”, blikt hij terug. Het straatwerkersteam van hulporganisatie Springplank040 wist Louis over te halen om naar de nachtopvang aan de Mathildelaan te verkassen. Het was november 2022 en Louis had er aanvankelijk wel oren naar. ,,Het was koud op straat.”
De dakloze bejaarde kwam echter van een nog koudere kermis thuis: ,,Het was verschrikkelijk. Je zat daar met veertig mensen in een keldertje bij elkaar, zonder privacy, en waar één groep het voor het zeggen had. Die lui bepaalden alles.” Er was veel agressie en er werd ook drugs gebruikt. ,,Dat was niks voor mij”, zegt Louis bitter.
Opnieuw belandde hij in maart vorig jaar op straat. ,,’s Nachts sliep ik in de binnenstad, op de terrassen van cafés bijvoorbeeld. Dat doen heel veel daklozen. Je kunt toch niet anders?”
En weer waren het vrienden die hem uit de brand hielpen. Met een crowdfunding sprokkelden zij genoeg bij elkaar om een zeventien jaar oude bestelbus te kunnen kopen. ,,Met schade”, zegt de bebaarde dakloze. ,,Maar hij rijdt perfect.” Rijden doet Louis niet veel, want dat kost brandstof. ,,Ik heb maar 200 euro per maand om van te leven, ik moet nog een hoop terugbetalen. Volgens de instanties heb ik te veel gekregen. Nee, dit is geen menswaardig leven meer. Het meest mis ik een beetje ontspanning en menselijk contact. Maar ja, je kunt hier ook niemand ontvangen.”
Boos is hij ook, op de gemeente Eindhoven. ,,Die steken miljoenen in allerlei woningbouwprojecten, maar mensen zoals ik worden vergeten. Er staan genoeg kantoren leeg in de stad, laten ze daar maar woningen van maken. Nu worden we constant opgejaagd door handhaving en politie. Dat is toch geen oplossing?”
Volgens Thijs Eradus van Springplank040 is Louis niet de enige dakloze in de stad die ervoor gekozen heeft om op straat te leven. Ook is hij niet de enige die in een auto woont. ,,Gemiddeld zijn er vijftien tot twintig zorgmijders in de stad. Het is jammer dat hij in de nachtopvang terechtgekomen is. Hij kan ook naar andere opvangplekken waar meer mensen zoals Louis verblijven, we hebben er drie in de stad.”
Eradus wijst op de opvang aan de Visserstraat: ,,Daar kan hij koffie krijgen, een warme maaltijd. Hij kan er douchen en met ons in gesprek gaan, om een hulpvraag bij de gemeente in te kunnen dienen. En de opvanglocaties mogen dan vaak vol zitten, maar wij zorgen altijd voor een plekje. Maar hij moet wel zélf aan de bel trekken.”